Spring naar de content
Mijn aanmelding

Op 21 april 2021 heeft de rechtbank de agenda voor de procedure vastgesteld. Zij heeft de procedure ingedeeld in de volgende drie fasen.

In de eerste fase zal de rechtbank beslissen over (i) de bevoegdheid van de Nederlandse rechter en (ii) de toepasselijkheid van het nieuwe collectieve actierecht (de WAMCA) en/of het oude collectieve actierecht (artikel 3:305a (oud) BW. Daarnaast zal de rechtbank de positie van Stichting Emission Claim (‘SEC’) en Robert Bosch GmbH (‘Bosch’) als procespartijen in deze procedure beoordelen.*

In de tweede fase zal de rechtbank beslissen over (i) de ontvankelijkheid van Car Claim en van Stichting Diesel Emissions Justice en (ii) het toepasselijke recht. De rechtbank wijst in fase 2 tevens een exclusieve belangenbehartiger aan. De exclusieve belangenbehartiger zal het voortouw nemen in het verdere verloop van de procedure

In de derde fase zal de rechtbank de vorderingen tegen de gedaagde partijen inhoudelijk behandelen.

De eerstvolgende procedurele stap is dat Stichting Car Claim en Stichting Diesel Emissions Justice zich bij akte mogen uitlaten over de positie van SEC als derde eiseres, en Bosch als gedaagde, in deze procedure. Hiertoe heeft Stichting Car Claim tot 19 mei 2023 de tijd.

* SEC heeft zonder voorafgaande toestemming van de rechtbank een eigen collectieve actievordering ingesteld tegen de gedaagde partijen, buiten de daarvoor geldende dagvaardingstermijn. SEC heeft daarbij – als enige eiseres – tevens vorderingen ingesteld tegen Bosch als gedaagde partij. De deelname van SEC en Bosch aan deze procedure staan daarom ter discussie.

menu